THEA VAN ALPHEN
WANNEER WERKEN MET KLEI JE PASSIE WORDT
THEA VAN ALPHEN VERTELT OVER HAAR CREATIES
Thea Van Alphen is voor velen onder ons geen onbekende meer. Niet alleen is ze al meerdere jaren lid van onze vereniging, maar sinds enkele jaren is ze voorganger van onze leesclub die de lezers met haar haarscherpe en diepe analyses op onnavolgbare wijze weet te boeien. Wat velen wellicht nog niet wisten, is dat Thea al een hele tijd bezig is met het creëren van beelden uit klei.
Thea van Alphen is geboren in Bergen op Zoom. Haar beroepsactiviteit situeren we in het onderwijs. “Aanvankelijk stond ik in het lager, maar door verdere studies eindigde ik in het hoger onderwijs en heb ik er o.a. colleges gegeven aan de Bibliotheekacademie over wereldliteratuur en literatuursociologie. Enkele jaren geleden was ik cursuscoördinator voor de Volkskundeuniversiteit in Breda.”
Thea woont in Koersel. “Ik ben 20 jaar geleden van Nederland naar België gekomen. Nadat mijn echtgenoot in 2006 overleed, heb ik me ingespannen om in mijn omgeving meerdere contacten te leggen. Zo ben ik ook bij Neos terechtgekomen.”
Van iemand die beroepshalve met wereldliteratuur bezig is, verwacht je niet meteen dat die door de microbe van het boetseren van klei wordt gebeten. Vanwaar die belangstelling?
“Als kind was ik al een verwoed tekenaar. Ik kon geen velletje papier zien, zonder dat ik daarop begon te kriebelen: poppetjes, dieren, bloemen, huisjes enz. Op school stonden mijn dictaten vol met tekeningen en mijn leraars hebben me nooit verboden dat te doen. Ik was graag naar de kunstacademie gegaan, maar dat zat er helaas niet in. Ik heb wel vele avondcursussen en lessen gevolgd. Zo kwam ik in contact met klei, wat al mijn favoriete ‘werkje’ in de kleuterklas was. In Nederland volgde ik enige jaren keramieklessen. Dat zette ik in België door. Ik ben nog altijd beeldhouwlessen werken met klei aan het volgen. Ik ontmoette Jeanny Stijntjes en Julia Berger, twee gerenommeerde kunstenaressen. Ik werd lid van de kunstkring Coertista in Koersel.”
Wie kennismaakt met je oeuvre kan er niet naast kijken dat werken in klei jouw ding is.
“Klei werd inderdaad mijn passie. Die metamorfose die klei door mijn vormgeving, vuur en lucht ondergaat, is voor mij telkens weer een verrassing. Na de dood van mijn echtgenoot was keramiek mijn redding. Vele dagen bracht ik in mijn kelderatelier door en maakte beelden over liefde en afscheid. Ook reizen inspireerde mij. Zo heb ik o.a. een reeks Chinees beïnvloede werken gemaakt.”
Beelden creëren doe je in afzondering, maar wel niet voor jezelf alleen?
“In de mijn van Waterschei heb ik mijn serie Vulcano gepresenteerd. Ook de coronatijd was voor mij aanleiding om mij af te zonderen tot de verwerking van de ‘bubbel van 5’. Ik heb inderdaad aan meerdere tentoonstellingen deelgenomen. Ik was zelfs uitgenodigd in deze Corona-kersttijd in een klaslokaal in Beringen te exposeren. Helaas..”
“Maar momenteel ben ik niet altijd in mijn eentje bezig. Meer dan één keer doe ik een beroep op mijn dochter om een of ander werk te voltooien. Zij bedrijft mozaïek en geeft een extra dimensie aan mijn stenen vormen. We hebben een mooie serie over de 4 seizoenen gemaakt en samen hebben we al meerdere tentoonstellingen gehouden. De laatste afgelopen september in Beringen.”
Wat wil je met je werk uitdragen?
“Niet elk werk heeft een speciale uitwerking. Soms is het de decoratieve waarde die primeert, zoals bij schalen en kommen. Soms is het een poging om vakmatig iets onder controle te krijgen. Zo speelde in mijn laatste werk symmetrie een grote rol, evenals de verhouding en de volumes. Dan kan ik al de abstracte richting uitgaan. Bij ander werk, waarbij ik de symboliek opzoek, sluipt de ziel van het object er al of niet in. Dat is soms een kwestie van een paar millimeter, of een kleine buiging, of de werking van het glazuur of van de mozaïek. De ziel ontdek ikzelf soms pas later.”
Werken in klei is na al die tijd een boeiende hobby gebleven?
“Het is meer dan een hobby. Het is een passie. Wanneer ik een idee heb, kan ik alles laten liggen om eraan te beginnen. Al werkend verandert dat idee, want klei voegt zich niet altijd naar je wil. Ook de oven doet niet altijd wat je ervan verwacht. Maar juist dat toeval, dat ik vaak als een cadeautje ervaar, maakt het altijd weer boeiend. Zelfs als je geen inspiratie hebt, is het toch heel zinnig om in je atelier bezig te zijn. De ideeën komen wel.”
Hoeveel tijd besteed je aan je passie?
“Dat hangt een beetje van de omstandigheden af. In coronatijd was dat toch enkele uren meer dan anders. In principe ben ik er nochtans elke dag mee bezig. Niet enkel met de handen, maar vooral met het hoofd. De vorm van een fles kan me al inspireren tot het maken van een kerstgroep. Ik ben al meer dan 30 jaar met creatie bezig, maar het einde is nog niet in zicht: ik wil nog wel 30 jaar tijd hebben om beter te worden.”