POËZIE

De kers en de krokus

De kers en de krokus wilden

niet, want de winter bleef

maar treuzelen.

Met rijm schreef de nacht

de weiden nog voluit winters.

Tot ik op een morgen geuren

rook van een jaar terug.

De knoppen openden zich,

de eerste bloesem leek wel

sneeuw, zo teer, zo freel.

Een dag later toonde zich

ook de pruimenboom;

de appelaar werd in de sprint

verslagen door de perelaar.

Een week later was de boom-

gaard één wolk bloesem.

En later sneeuwde het in de zon

bloesemblaadjes boven een

uitwaaierend wielerpeloton.

 

Daniël Billiet,

Uit: Bananenschillen in jeans

(Infodok, 1986)