Minidossier

“Er gebeurt iets met mij dat het muzikale overstijgt”

Aan het einde van de jaren ’70 richtten Koen Vlaeyen en zijn broer samen met enkele andere gepassioneerde musici Musica Fura op. Wat aanvankelijk een klein huisensemble was, met een voorliefde voor renaissancemuziek en vroegbarok, evolueerde in de loop der jaren tot een grote kring van uitvoerders die projectmatig samenkomen. Tertio ging met Vlaeyen in gesprek.


Koen Vlaeyen snuistert vaak in (digitale) bibliotheken, op zoek naar minder bekende muziek. Mede onder zijn impuls wijdt het ensemble zich de jongste jaren aan de exploratie van de Polyhymnia Caduceatrix & Panegyrica, een bundel van Michael Praetorius.


Enkele jaren geleden bent u zich beginnen te verdiepen in het oeuvre van Michael Praetorius. Hoe liep de weg daarnaartoe?

“Het begon met een mooie samenloop van omstandigheden. Iemand had mij een dubbel-cd uitgeleend met enkele stukken uit de Polyhymnia Caduceatrix & Panegyrica, en ongeveer op hetzelfde moment vond ik van die bundel een facsimile uitgave in een onlinebibliotheek. Die uitgave intrigeerde mij mateloos. Ze bestaat uit veertien stemboeken. De cd’s lieten heerlijke muziek horen, maar de details die ik in de uitgave aantrof, spraken nog sterker tot mijn verbeelding. Een voorbeeld daarvan is een tabel waarin de opbouw van elk werk aangegeven staat, met welke stem in welk boek enzovoort.”

Dat werd het begin van een ambitieus project voor het ensemble Musica Fura, dat vandaag onder de muzikale leiding staat van Christine Lejeune. Kan u daar-over iets meer vertellen?

“Het ensemble is eind jaren 1970 door mijn broer opgericht na een stage oude muziek. We brachten in de jaren daarna concerten in een kleine bezetting met voornamelijk renaissance-muziek, soms in samenwerking met het koor waarvan Lejeune de leiding had. Toen ik het project met de muziek van Praetorius wilde starten, was Musica Fura eigenlijk niet meer actief. Ik vond het een mooi idee om de naam te laten verder bestaan als drager van het project. Het doel is die schitterende, maar bij ons te weinig bekende muziek van Praetorius naar een groter publiek te brengen. We doen dat natuurlijk door concerten te geven, maar ook door opnames te realiseren van de volledige Polyhymnia-bundel. Dat is althans het plan. We hebben al enkele opnames gemaakt, maar voorlopig kunnen we nog niets beschikbaar stellen.”

Welke muziek vinden we in de Polyhymnia Caduceatrix?

“De Polyhymnia is een bundel die veertig werken omvat. Sommige daarvan zijn tweestemmig, andere gaan tot een twintigtal stemmen, al dan niet onderverdeeld in een aantal koren. De werken zijn niet louter vocaal, maar bevatten ook partijen voor instrumenten. De meeste stukken zijn geschreven als meerkorige werken, wat betekent dat de muzikanten onderverdeeld zijn in verschillende kleine groepen.”


Is Praetorius een vernieuwende componist?

“Zo zie ik het niet echt. Hij is voor mij wel een meester in het combineren van verschillende stijlen tot een coherent geheel. Zo zijn er in bepaalde werken duidelijk Italiaanse invloeden te merken. Vergeet ook niet dat Praetorius een theoreticus was. In dezelfde jaren als de Polyhymnia publiceert hij ook zijn Syntagma Musicum, waarin hij onder andere de muzikale gebruiken van zijn tijd beschrijft, en afbeeldingen van veel instrumenten geeft.”


Praetorius was de zoon van een Lutherse dominee en werkte voor protestantse vorsten. Is die reformatorische context belangrijk om zijn muziek te begrijpen?

“Dat vind ik niet. Voor mij is die muziek zeer toegankelijk. We merken dat op onze concerten. Voor de werken in een ruimere bezetting stellen wij de muzikanten op zoals Praetorius dat zelf aangeeft. Daarbij wordt de hele ruimte gebruikt: één groep vooraan, één groep achteraan, en zo mogelijk nog twee aan de zijkanten. Op die manier bevindt het publiek zich te midden van de muziek, wat de muzikale beleving ten goede komt. Iemand zei ons eens na afloop van een concert: “Door deze opstelling gebeurt er iets met mij dat het muzikale overstijgt.” Dat heeft volgens mij te maken met onze globale insteek. Praetorius zocht naar menselijke harmonie. Ons ensemble heeft het geluk uitvoerders samen te brengen voor wie dat soort zoektocht minstens even belangrijk is als het musiceren zelf. Concerten worden dan trouwens beter. Het is belangrijk dat mensen hun weg vinden in het grotere geheel. Als alle puzzelstukken op hun plaats vallen, is de muzikale som groter dan haar delen. We nodigen vaak jonge musici uit, aan wie we graag die ervaring tijdens hun nog prille podiumervaringen doorgeven.”

Tot slot: waarom dienen muzikale leken de muziek van Praetorius te ontdekken?

“Het is, zeker in het geval van de Polyhymnia, geniale muziek die niettemin zeer toegankelijk klinkt en de luisteraars blijkt te raken. Als je op YouTube de zoekterm ‘Musica Fura Wolfenbüttel’ intikt, vind je een demo van het ensemble in de kerk waar Praetorius begraven ligt. Ik zou iedereen aanraden om de proef op de som te nemen. De muziek van Praetorius mag dan nog typerend zijn voor een bepaalde plaats en een bepaalde periode, ze maakt iets wakker dat die historisch-geografische verankering veruit overstijgt.” III

Focus Michael Praetorius

BIO

Koen Vlaeyen (1961) is een multi-instrumentalist, gespecialiseerd in oude muziek. Hij studeerde onder meer cornetto bij Marleen Leicher aan de academie van Sint-Lambrechts-Woluwe. Naast lid van het blazersensemble Quinta Pars is hij ook medeoprichter van het ensemble Musica Fura.