Aanvullend pensioen voor contractuelen
Begin juli bereikten we een doorbraak over de pensioenregeling van het contractueel overheidspersoneel. Vanaf nu kan het bestaande, lage, werknemerspensioen van contractuelen in de hele openbare sector aangedikt worden met een aanvullend pensioen.
Voor het aanvullend pensioen hebben we meer dan tien jaar geijverd. Het vormt een belangrijke stap naar betere arbeidsvoorwaarden. In realiteit zien we echter nog veel verschillen, afhankelijk van waar iemand werkt.
De invoering van een aanvullend pensioen voor contractuelen is belangrijk. Zeker omdat de regering tegelijkertijd een gemengd pensioen invoert. Contractuelen in de overheidssector die benoemd worden na 1 december 2017, zullen hun contractuele jaren niet langer in aanmerking kunnen laten nemen bij de berekening van hun overheidspensioen. Hun loopbaan wordt gesplitst in een contractuele en een statutaire periode. Contractuele diensten van voor de benoeming leveren dan altijd een werknemerspensioen op.
Klare afspraken voor de Federale overheid
De nodige pensioenreglementen voor de federale overheid worden nu al uitgewerkt en dat garandeert nog dit jaar een aanvullend pensioen van 3%. We willen de komende jaren evolueren van 3% naar 6%. Ook voor de federaal gefinancierde zorgsector ligt er al geld op tafel.
We zijn erin geslaagd meerdere garanties in te bouwen:
Het aanvullend pensioen wordt gefinancierd door de werkgever, de werknemer moet geen persoonlijke bijdragen storten.
Alle contractuelen zullen van de regeling genieten.
Er wordt geen wachttijd of minimum anciënniteit voorzien waaraan het personeelslid moet voldoen.
Er komen geen pensioenplannen van bepaalde duur.
Extra inspanning lokale besturen nodig
In de lokale besturen (gemeenten, OCMW’s …) kregen contractuelen al een aanvullend pensioen. De besturen deden daarvoor beroep op hun lokale autonomie. Nu komt er dus een algemene regeling. Voor het dichten van de pensioenkloof met de statutairen is minstens een werkgeversbijdrage van 6% van het loon nodig. Dat is dan ook ons streefdoel. De lokale besturen leveren nu gemiddeld een bijdrage van 1,75%. Van de lokale besturen verwachten we echter minstens een vergelijkbare inspanning als van de federale overheid. Die is snel nodig want de opbouw van een degelijk aanvullend pensioen vergt gemakkelijk tien jaar.
Vlaamse ambtenaren voorlopig niet?
Eind augustus kregen we van minister Homans (N-VA) te horen dat ze geen geld had voor een aanvullend pensioen voor haar contractuele ambtenaren. De minister moest alles nog “bestuderen”.
Onaanvaardbaar vinden wij. Dit dossier komt echt niet plots uit de lucht vallen. Minister Homans had hier perfect rekening mee kunnen houden. Vlaanderen mag niet achterblijven. We blijven druk zetten.