Column Alma De Walsche
Wachten op de Eumeniden
Het gruwelijke geweld, op gang gebracht door de terroristische aanslag van Hamas op Israëlische burgers, en gevolgd door een reactie van Israël die buiten verhouding is, heeft me doen kennismaken met een nieuw begrip: destructief recht. Meer dan 1.400 Israëlische burgers werden gedood, meer dan tweehonderd burgers en militairen gegijzeld. Als vergelding bombardeerde Israël Gaza, met een bloedstollend saldo als gevolg: meer dan tienduizend Palestijnen werden de dood in gejaagd, het overgrote deel vrouwen, kinderen en weerloze baby’s. Volgens de Israëlische VN-ambassadeur in de Veiligheidsraad heeft Israël het recht om zo te reageren. De man speldde een gele Jodenster op om de Holocaust in herinnering te brengen en zich opnieuw als slachtoffer op te stellen, tot grote verontwaardiging van de directeur van het Holocaustmuseum in Jeruzalem. Zo’n reactie valt onder de noemer “destructief recht”, legde Christophe Busch, directeur van het Hannah Arendt Instituut, uit. “Door wat een individu, of in het geval van de Holocaust, een heel volk is aangedaan, zou dat volk als het ware het recht verwerven om zelf agressie te begaan, ook op onschuldige slachtoffers.”